Waterschappen gaan geld kosten, uw geld

In een aantal krantenartikelen werd de afgelopen tijd vermeld dat de kosten van de waterschappen stijgen. Mijn eigen waterschap, Noorderzijlvest, staat bovenaan, althans voor een woningeigenaar.

Je moet dan wel bedenken dat die kosten alles omvatten, dus zowel het beschermen tegen teveel water, het zorgen voor voldoende water en het schoonmaken van rioolwater. En dat die kosten voor een gemiddeld huishouden enkele tientjes per maand zijn.
Mensen met een minimuminkomen kunnen de kosten kwijtgescholden worden.  Over de verdeling van de kosten wordt regelmatig en terecht gediscussieerd.

Maar er is meer dat aandacht verdient en wellicht onderbelicht blijft. En dat zijn de kosten voor het schoonmaken van het water.
Dijken, gemalen en waterbergingen zijn goed zichtbaar en vaak in het oog springend. Riolering is dat niet. Dat ligt onder de grond en veel mensen hebben er nauwelijks weet van. Toch is die riolering en dus ook de zuivering, van levensbelang voor onze gezondheid. Je ziet het onmiddellijk in gebieden waar de riolering uitvalt door bijvoorbeeld overstromingen, ziektes zoals cholera slaan onmiddellijk toe. Als er al riolering is. Dat zal in Nederland niet zo’n vaart lopen.
Maar we moeten ons wel realiseren dat ons rioolwater steeds vuiler wordt. Steeds meer vreemde stoffen duiken op in het rioolwater, medicijnresten, chemicaliën, bestrijdingsmiddelen. En dat gooien we er uiteindelijk allemaal zelf in. Meestal niet eens bewust. Als je Diclofenac slikt tegen de pijn, zul je er niet gauw bij stilstaan dat die resten via het toilet in het riool terechtkomen. Of als je de pil slikt. Maar dat gebeurt wel. In grote hoeveelheden. En onze zuiveringen zijn niet in staat om het er allemaal uit te halen. En die resten komen terecht in kanalen waar de zuiveringen op lozen. En uiteindelijk op de Waddenzee. Dus waterschappen die als taak hebben te zorgen voor schoon water, dragen zelf bij aan de vervuiling van het oppervlaktewater.
In 2027 moet het Nederlandse oppervlaktewater voldoen aan Europese richtlijnen. En dat gaan we niet redden. Hoogleraar Piet Verdonschot waarschuwt in Trouw van 5 maart voor een situatie waarin de bouw en andere activiteiten niet meer op slot gaan door de stikstof, maar door de te lage waterkwaliteit. “We spelen met vuur”, stelt hij.

Voor de zuiveringen is een nieuwe Europese richtlijn in de maak om te zorgen dat waterschappen het water veel schoner gaan maken. En dat kunnen die waterschappen best.
Maar dat vraagt enorme investeringen. Alleen al voor het verwijderen van medicijnresten een bedrag van tussen de 2 en 3 miljoen per zuivering. En daar zijn er in Nederland ruim 300 van.
Als we nog verder willen zuiveren, kan dat, maar dat kost dan nog meer. De richtlijn verplicht de waterschappen om lachgas en methaan van de zuiveringen af te vangen. Dat kost ook bakken met geld. Kortom, alleen al dat beter zuiveren zal leiden tot fors hogere lasten voor onze inwoners. Het principe van de vervuiler betaalt, zal dan ook steeds vaker gaan gelden. Farmaceuten en producenten van bestrijdingsmiddelen en andere chemicaliën zullen gaan meebetalen. En dan weet ik wel waar zij de rekening neerleggen.

Uitgangspunt blijft: wat er niet in komt, hoeft er ook niet uit. En daarom is mijn stelling ook dat de waterschappen het niet alleen kunnen. Gemeenten moeten mee doen, en dat doen ze vaak al. Bedrijven moeten meedoen. En uiteindelijk ook de inwoners. Niets voor niets zie je wel eens plaatjes bij een regenput in de straat: De zee begint hier.

Op 15 maart zijn er verkiezingen voor de besturen van de waterschappen. Dan kunnen kiezers laten zien of ze wel of niet vinden dat waterschappen aan de bak moeten met beter zuiveren. En of dat geld mag kosten. Los van de kosten die al stijgen door zeespiegelstijging, klimaatveranderingen en bodemdaling. Leven in een delta is duur.
Beloven dat de kosten omlaag kunnen is dus spelen met vuur. En dat doe ik liever niet. Kosten zullen gaan stijgen, belastingen dus ook. Laten we dat op een eerlijke manier doen, de vervuiler laten betalen en Nederland leefbaar houden.